Jan Gerrit Dercksen, Ben Haring, Margaretha Folmer
Rijksmuseum van Oudheden, Leemanszaal
Het thema van de Week van de Klassieken (6 t/m 16 maart 2025) is “Recht en rechtvaardigheid”. De slotavond in het Rijksmuseum van Oudheden wordt georganiseerd door het NINO.
Drie sprekers nemen ons mee op een reis naar het oude Mesopotamië en Egypte. De Codex Hammurapi is een van de oudst bekende wetboeken. Koning Hammurapi van Babylonië, in het zuiden van Mesopotamië (het huidige Irak), verzamelde rond 1780 v. Chr. wetteksten over economische zaken, de familie, burgers en criminaliteit. Maar wat weten we eigenlijk uit de omliggende gebieden? Welke wetteksten gebruikten de oude Egyptenaren en zijn er overeenkomsten of juist verschillen in de behandeling van rechtszaken in de regio’s rond het oostelijke Middellandse Zeegebied?
Uit de oudbabylonische tijd (ongeveer 2000-1650 v.Chr.) stamt een groot aantal geschreven bronnen die ons inzicht geven in de theorie en praktijk van de rechtspraak in het oude Zuid-Irak. Er zijn (vrijwel) complete wetsverzamelingen en talrijke proces-oorkonden, waarin een proces wordt samengevat. In zijn lezing gaat Jan Gerrit Dercksen nader in op de verhouding tussen wetten (zoals die van koning Hammurapi) en de soms verrassende details die proces-oorkonden bevatten.
Jan Gerrit Dercksen is universitair docent Assyriologie aan de Universiteit Leiden en gespecialiseerd in de geschiedenis en cultuur van het oude Mesopotamië in de eeuwen rond 2000 v. Chr., met name in de oudassyrische handel in Centraal-Anatolië.
Juridische teksten uit het faraonische Egypte zijn schaars. Dat is ten dele omdat ze zijn geschreven op papyrus, dat alleen bewaard is gebleven in uitzonderlijke, droge omstandigheden. Maar ook omdat de dagelijkse rechtspraktijk in hoge mate een mondelinge aangelegenheid was. Geschreven wetten ontbreken (of die er ooit waren is niet helemaal zeker), maar het Egyptische rechtssysteem lijkt voor het grootste deel van de bevolking een traditioneel en mondeling gewoonterecht te zijn geweest. In zijn lezing bekijkt Ben Haring eerst enkele kerndocumenten uit het oude Egypte en concentreert zich daarna op de dagelijkse gang van zaken in het arbeidersdorp Deir el-Medina gedurende de Ramessidentijd (ca. 1300-1070 v. Chr.).
Ben Haring is universitair hoofddocent egyptologie aan de Universiteit Leiden. Zijn onderzoek richt zich op Oudegyptische schriftsoorten en verwante schriften en tekensystemen, en op de rol van teksten in de faraonische samenleving. Veel van dit onderzoek spitst zich toe op de uitzonderlijk rijke documentatie uit de arbeidersnederzetting Deir el-Medina.
Op het Nijleiland Elefantine (Opper-Egypte) zijn aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw vele tientallen juridische documenten in het Aramees gevonden, afkomstig uit de 5e eeuw v.Chr. In de Perzische tijd was het Aramees een belangrijke taal voor communicatie tussen sprekers van verschillende moedertalen. In Elefantine werd het Aramees door de lokale Judese bevolking ook gebruikt voor het opstellen van contracten van allerlei aard, waaronder huwelijkscontracten. In haar lezing gaat Margaretha Folmer in op het bijzondere karakter van het huwelijkscontract van de Egyptische vrouw Tamet en de Judese man Anania.
Margaretha Folmer is universitair docent Aramees aan de Universiteit Leiden en universitair hoofddocent Hebreeuws aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze promoveerde op het Aramees uit de Perzische tijd. Ondanks haar brede interesse, is deze vorm van Aramees voor haar nog altijd een belangrijk onderzoeksterrein.